Hohner Corona II GCF
De Hohner Corona III in ADG had een gedraaide vijfde toets op de tweede rij. Ik bespeelde hem als een tweerijer. Met die gedachte in mijn achterhoofd ging ik op zoek naar een drierijer in GCF. Ik had enige tijd een Hohner Erica in huis gehad in GC uitvoering en die stemming beviel wel.
Eind 2008 vond ik een vrijwel nieuw exemplaar in de Achterhoek. Het was een opmerking van de verkoper die me aan het denken zette: "Ja die rare Friezen draaien altijd een toets, dat is toch nergens voor nodig."
Wel of niet draaien van de vijfde toets
Toen ik eenmaal thuis was kwam de vraag aan de orde: draai ik de vijfde toets. In eerste instantie dacht ik ja, tenslotte gebruik ik hem vooral als GC. Maar toen ben ik eens op mijn gemak de toetsenlayout gaan bekijken en vond weer eens het wiel uit.
Want in de F rij zitten de gedraaide toetsen, die normaliter niet op een GC zitten gewoon op knop 3 en 4. Toen kwam de vraag aan de orde: als ik hem nu als CF bespeel, dan wil ik wel de vijfde toets draaien in de F rij. Maar.. ook deze toets zit er al gedraaid op in de G rij knop 8. Echter ..... dat vraagt een andere speelwijze. De vanzelfsprekende vijfde ligt nu op een andere plek, zowel als ik hem als GC en wanneer ik hem als CF bespeel. Dat betekent oefenen en nog eens oefenen en nog eens oefenen om je vingers te laten wennen aan andere posities.
Om dat te willen leren moeten er voordelen tegenover staan en die zijn er uiteraard. Want hoewel ik nog regelmatig misgrijp speel ik nu ook allerlei stukken makkelijker, waar ik eerst stoeide met mijn knoppen. Dat zijn uiteraard stukken die in de toonsoort van de tweede rij geschreven zijn. Nu kan ik daar het akkoord in een rechte lijn afmaken, waar ik eerst via de 6 op de buitenrij moest lopen. En dat is een verademing, het Zweedse walsje is daar een voorbeeld van.
Ik heb hier ook een artikel aan gewijd, waarin een en ander ook met schema's toegelicht wordt.
In 2009 heeft bijna het hele jaar de drierijer centraal gestaan. Bijna alle bladmuziekstukken voor de GCF stammen uit die tijd. Allerlei stukken die ik op de tweerijer te moeilijk vond, zoals het prachtige nummer La partida kon ik (na veel oefenen overigens) spelen, gebruik makend van de drie rijen.
Maar toch .... heel geleidelijk is hij weer van zijn plaats verdrongen, want andere stukken die ik vloeiend op een tweerijer speelde, kreeg ik maar niet onder de knie, telkens moest ik weer opletten op die niet gedraaide toets.
Hij is echter niet verkocht. Ik gebruik hem nu voornamelijk in de lessen om uitleg te geven wanneer ik leerlingen heb die op een drierijer willen leren spelen.
Langzaamaan kom ik er achter, wanneer je gewend bent aan een bepaald systeem (zoals ik aan een gedraaide vijfde), je daar moeilijk meer van los komt. Dat wil niet zeggen dat dat het beste systeem is, maar dat is het patroon wat je vingers gewend zijn. Want ook na een jaar veel spelen op een drierijer vond ik de voordelen toch niet opwegen tegen de nadelen.
Datzelfde verhaal kan iemand, die op een drierijer begint vermoedelijk ook beamen, wanneer hij een poging doet om met gedraaide toetsen te leren spelen.