Een trekharmonica kopen, waar moet je op letten?
Dit artikel is geschreven door Karin Beentjes, journaliste en enthousiast beginnend speler. Van dit artikel is een pdf bestand wat je kan uitprinten.
Je
hebt bedacht dat je trekharmonica (trekzak) wilt gaan spelen of
je speelt al een tijdje op een gehuurd instrument en wilt nu
zelf een trekharmonica kopen. Waar kies je dan voor? Wat zijn de
keuzes eigenlijk? En wat moet je weten als je niet in een
winkel, maar bijvoorbeeld op marktplaats een trekharmonica wilt
kopen?
Allemaal vragen waar ikzelf tegenaan liep. Gerard heeft al mijn vragen tijdens een bijeenkomst voor cursisten en later via de mail uitvoerig beantwoord. Omdat er vast meer mensen zijn met dezelfde vragen, zet ik hieronder wat zaken op een rij. Ik heb geprobeerd het zo uit te leggen dat ook mensen zonder enige kennis van muziektheorie het kunnen begrijpen. En omdat er op andere sites al veel informatie is te vinden over de trekharmonica, beperk ik mij hier tot die informatie, die nodig is om een keuze te kunnen maken bij de aanschaf van een instrument.
1. De basis
Om de verschillen uit te kunnen leggen, eerst kort wat basisinformatie over de trekharmonica. De trekharmonica werkt op een vergelijkbare manier als een mondharmonica. Bij de mondharmonica heb je in- of uitademend een andere toon. Dit heet wisseltonig. Dat is bij de trekharmonica ook zo: als je een knop induwt en aan de balg trekt, krijg je een andere toon dan wanneer je duwt.
Die toon wordt gemaakt door lucht die langs zogenaamde ‘tongen’ gaat (metalen stripjes) die daardoor gaan trillen en geluid produceren (zie foto hier boven). Een trekharmonica heeft aan twee kanten knoppen. Rechts (als je hem om hebt) knoppen om de melodie te maken: de melodiekant of ook wel diskant genoemd, links knoppen voor de begeleiding, ook wel baskant genoemd.
2. Stemmingen en rijen
Trekharmonica’s zijn verkrijgbaar in verschillende stemmingen, ofwel: verschillende toonsoorten. Iedereen kent wel do-re-mi-fa-sol-la-ti-do. Dat is een toonladder. Die toonladders kunnen hoger of lager klinken, afhankelijk van de toon waarop je begint. De toon waarop je begint, geeft de naam aan de toonladder. Zo heb je de toonsoorten C, F, G , A, Bes enz.
Op een trekharmonica is elke rij aan de melodiekant één
bepaalde toonladder. Als je een trekharmonica hebt met één rij
aan de melodiekant, een één-rijer, kunt je dus alleen melodieën
spelen in die ene toonsoort. Meestal is dat de toonsoort C,
ofwel de stemming C.
Een trekharmonica met twee rijen, kent dus twee toonsoorten en
een drie-rijer dus drie.
In Nederland is de meest gangbare stemming voor de trekharmonica de stemming CF, een twee-rijer dus, waarbij de C- toonlader op de buitenste rij zit en de F-toonladder op de binnenrij.
In Frankrijk en andere Europese landen is de GC-stemming meer gebruikelijk. Daarnaast zijn er allerlei andere stemmingen mogelijk, zoals AD of BesEs. De toonsoort G begint een stuk lager dan de toonsoort C, waardoor het soms makkelijker is om mee te zingen op GC- dan een CF-instrument. Zie ook artikel over verschillen CF AD en GC
Ook klinken sommige stukken op een GC iets mooier dan op een CF, vooral als de hoge tonen gebruikt worden. Dan kan een CF wat schel klinken. Er bestaat ook een tweëenhalfrijer. Die halve rij bestaat niet uit een extra toonladder, maar uit extra noten die niet voorkomen in de andere twee rijen (zie ook verderop).
3. Gedraaide vijfde toets
In Nederland is het gebruikelijk om de tongen die horen bij de vijfde toets op de binnenrij (F-rij) om te draaien, de zogenaamde gedraaide vijfde toets. De toonladders C en F kennen allebei de noten C en D. Op de buitenrij, in de C-toonladder, speel je de C duwend en de D trekkend. Dat is op de binnenrij, de F-rij ook zo. Als je de vijfde toets indrukt, krijg je normaal gesproken duwend een C en trekkend een D. Maar omdat het handig is om een C ook trekkend en een D ook duwend te kunnen spelen, worden de tongen van deze vijfde toets vaak omgedraaid. Een tong draaien is voor een beetje handige knutselaar geen probleem. Op internet staat een workshop waarin dit met foto’s uitgelegd word. Maar vanzelfsprekend kan je ook bij elke vakman terecht. Het draaien van tongen op je instrument is niet onherroepelijk. Je kunt ze elk moment weer omzetten. Je kan hierdoor in andere toonsoorten spelen dan in C of F. Alleen vergt dit meer kennis van je dan het naspelen van de cijfers. Mocht je denken ik snap hier niets van, lees dan het artikel: Wat is een gedraaide vijfde toets eigenlijk?
4. Meerkorig
Als je op zoek gaat naar een trekharmonica, zal je ook de termen ‘korig’ tegenkomen. Een trekharmonica kan twee-, drie- vier- en zelfs vijfkorig zijn.
Ik schreef al dat het geluid van de trekharmonica wordt gemaakt doordat de lucht langs metalen plaatjes (tongen) komt, waardoor deze gaan trillen. Één toon wordt gemaakt door een of meerdere tongen. Bij een tweekorig instrument wordt een toon gemaakt door twee tongen, bij een driekorig instrument door drie tongen en bij een vierkorig instrument door vier. Hoe meer tongen er gebruikt worden voor één toon, hoe rijker, hoe zweveriger de toon zal zijn, maar ook hoe zwaarder het instrument zal zijn. Voor elke knop op de trekharmonica is er immers een tong extra nodig. Voor beginners volstaat een tweekorig instrument. In advertenties op marktplaats en eBay wordt het aantal koren vaak alleen genoemd als het er drie of vier zijn.
Hieronder een foto van een deel van een tongenblok en een voorbeeld hoe door middel van knoppen (registers) het aantal koren kan veranderen.
5. Registers
Een andere term die je kunt tegenkomen is ‘registers’. Een registerknop is een knop op de trekharmonica, waarmee je een hele rij tongen (een register) kunt uitschakelen. Deze zijn alleen aanwezig bij drie- of vierkorige instrumenten. Ze geven de speler de mogelijkheid te variëren met de toon, die je met de registerknoppen meer of minder zweverig kunt maken. Bij sommige stukken muziek kan een vierkorige toon bijvoorbeeld teveel van het goede zijn. Er zijn registerknoppen voor de melodiekant en voor de baskant.
Conclusie: Als beginner in Nederland kun je
het beste een (tweekorige) CF-gestemde trekharmonica kopen met
een gedraaide vijfde toets.
6. Merken en prijzen
Er zijn flink wat verschillende merken op de markt. Bij de meest voorkomende zijn er hele dure, zoals Castagnari en Serenellini. Dan heb je het al gauw over een nieuwprijs vanaf vijftienhonderd, respectievelijk twaalfhonderd euro.
Je hebt de middelklasse instrumenten met Hohner en de iets
goedkopere Harmona en Weltmeister.
Een goede Hohner voor beginners is bijvoorbeeld de Goudbrand of
de Erica. Die kosten nieuw rond de zeshonderd euro, tweedehands
zijn ze al voor (minder dan) de helft te krijgen. Het verschil
tussen beiden is voornamelijk het uiterlijk. Het zijn beide
tweekorige instrumenten. Een wat luxere variant is de Hohner
Corso, die kost nieuw rond de 900 euro en in het tweedehands
circuit rond de 450 euro. De Hohner Corso is een driekorig
instrument. Gerard bespeelt een Hohner Corso in zijn cursus op
deze website.
Omdat in Nederland voornamelijk op CF gestemde trekharmonica’s gespeeld wordt, is de tweedehands markt daarvan behoorlijk groot. Er worden (op marktplaats) ook regelmatig nieuwe trekharmonica’s aangeboden voor nog geen driehonderd euro, bijvoorbeeld van Serenelli, Delicia of Bohemer. (Let op: verwar de goedkope Serenelli niet met de dure Serenellini). Dit zijn op zich geen slechte instrumenten, maar het verschil in kwaliteit met bijvoorbeeld een Hohner is groot en daarmee (soms) ook het speelplezier. Voor hetzelfde bedrag kun je tweedehands een kwalitatief beter instrument krijgen.
7. Steirische harmonika's
Op je zoektocht zul je ook de term Steirische harmonica tegen komen. Dit is een trekharmonica met een heel eigen (wat metalig) geluid en zogenaamde heliconbassen, die een tuba-achtig geluid produceren. Het zijn vaak flinke kasten omdat het meestal driekorige instrumenten met vier rijen (toonsoorten) zijn. Deze trekharmonica wordt in Nederland veel gespeeld aan de Duitse grens.
8. Meer dan één stemming ofwel: voor wie meer wil
Er is ontzettend veel muziek voor trekharmonica’s in CF-stemming met gedraaide vijfde toets. Genoeg om jaren vooruit te kunnen. Toch zijn er verschillende redenen om ook in andere stemmingen te willen spelen. Bijvoorbeeld omdat je in een andere stemming makkelijker kunt meezingen, omdat die toonsoort beter bij het bereik van jouw stem past. Of je wilt op vakantie in Frankrijk mee kunnen spelen met de Franse trekharmonicaspelers en die spelen bijna allemaal in GC. Of je wilt graag met andere instrumenten in verschillende toonsoorten kunnen samenspelen. Als je meerdere toonsoorten tot je beschikking wilt hebben, zijn er drie keuzes:
A. Je koopt trekharmonica's in verschillende stemmingen
Bijvoorbeeld meerdere tweerijers: een CF, een GC en/of een
AD. Dit heeft verschillende voordelen. Zo speel je altijd op een
licht instrument. Maar het grootste voordeel is dat je steeds
dezelfde vingerzetting kunt gebruiken. Een liedje dat je hebt
ingestudeerd op de CF kun je in exact dezelfde vingerzetting
spellen op een GC of een AD, alleen klinkt het geheel dan iets
lager of hoger. Dit is dus handig als je je niet wilt verdiepen
in het notenschrift. Een trekharmonica is één van de weinige
instrumenten waarbij dit kan. Als je je bij de bladmuziek dus
niets aantrekt van het notenschrift, maar je je richt op de
nummering, dan kun je elk liedje op elke tweerijer spelen. Dan
moeten ze wel allemaal een gedraaide vijfde toets op de
binnenrij hebben.
Een nadeel is natuurlijk wel dat je soms meerdere instrumenten
moet meenemen als je ergens heengaat.
B. Je koopt een drierijer.
Drierijers zijn eigenlijk twee in elkaar geschoven tweerijers. Voor een (relatieve) beginner ligt een GCF het meest voor de hand (een in elkaar geschoven GC en CF). Dit heeft verschillende voordelen. Je hebt meerdere stemmingen op één instrument, meerdere mogelijkheden om noten duwend of trekkend te spelen, je hebt meer verschillende noten en je hebt meer bassen tot je beschikking.
Je hebt dus veel extra mogelijkheden om te variëren in de
muziek, zowel aan de melodie als aan de baskant. Een tweerijer
heeft acht basknoppen, een drierijer twaalf.
Een drierijer is
wel een stuk zwaarder dan een tweerijer. Het scheelt al gauw een
dikke kilo bij een tweekorig instrument. Wat ook een nadeel zou
kunnen zijn, is dat je niet dezelfde vingerzettingen kunt
gebruiken als je van CF naar GC over gaat. Dat heeft weer te
maken met die gedraaide vijfde toets.
Doorgaans heeft een GCF-instrument geen gedraaide vijfde toets. Simpelweg omdat er
door de extra G-rij al een D in de duw en een C in de trek
opzit. Dit betekent dat je in de bladmuziek geschreven voor CF
of GC met gedraaide toets de nummering aan moet passen als er
noten in het stuk staan, die gespeeld worden op die gedraaide
toets. Als je al heel lang gespeeld hebt op een CF met
gedraaide toets, kun je die natuurlijk op een drierijer op de
F-rij ook draaien. Dan heb je nog altijd alle extra
mogelijkheden door de extra G-rij en extra bassen. Je hebt dan
dus ook nog een GC, zonder gedraaide vijfde toets.
Onder het kopje Artikelen op deze
site vind je een uitgebreid stuk van Gerard over het wel of niet
draaien van de vijfde toets op een drierijer. Onder het kopje
bladmuziek voor GCF vind je ook het toetsenoverzicht van de Hohner Corona.
Betaalbare en kwalitatief goede drierijers zijn de Hohner Corona (Duitse makelij. Nieuw rond de negenhonderd euro, tweedehands soms al vanaf driehonderd euro), de Hohner Compadre (Chinese makelij, nieuw rond de vierhonderdvijftig euro. Zelfs voor kenners is er nauwelijks of geen kwaliteitsverschil merkbaar met de Corona) en de nog goedkopere Hohner Panther (nieuw driehonderd euro. Alleen in het buitenland te koop of via amazon.com te bestellen).
Er is naast prijsverschil en land van herkomst ook veel verschil in uiterlijk en gewicht. De Corona is zwaarder dan de Compadre. Dit komt onder andere doordat de Compadre met verf gespoten is en de Corona (net als alle andere Hohners) een vrij dikke kunststoflaag heeft. Deze laag maakt dat het instrument nauwelijks last heeft van butsen of krassen, maar maakt het dus ook zwaarder. De met verf gespoten Compadre is lichter, maar wat uiterlijk betreft dus kwetsbaarder.
C. Je koopt een tweeënhalfrijer.
Dit is een CF-instrument, uitgebreid met een extra halve rij. Deze extra rij bevat veel extra noten (grofweg gezegd; de zwarte noten van de piano.) Hierdoor kun je in principe in alle toonsoorten spelen, maar alleen de C- en F-toonladders liggen oplopend op de melodierijen. Voor het spelen van de andere toonsoorten moet je echt de noten kennen, omdat ze over de drie rijen verspreid liggen. Ander voordeel van de tweeënhalfrijer is dat er op de extra rij bijvoorbeeld een Bes in de duw en een lage en hoge D-noot in de duw zit, die je op een gewone CF alleen in de trek hebt. Dat maakt het soms makkelijker om bepaalde stukken te spelen. Let op dat er ook tweeënhalfrijers zijn die de lage D-toets juist missen. Dan heeft de extra rij maar zeven knoppen in plaats van acht.
Waar je wel op moet letten is de vijfde toets op de F-rij. Waar op een gewone CF-trekharmonica een C en een D zit (al dan niet gedraaid) zit er op de Hohner Club op deze plek zowel in de duw als de trek een C zit (de zogenaamde ‘gleichton’ ). Dat heeft voordelen, maar ook nadelen. Als je vooral speelt op de cijfers onder de noten en je je niet wil verdiepen in hoe het instrument en de muziek in elkaar zit, is deze gleichton niet zo geschikt. Je kunt de tongen van deze toets wel vervangen of laten bijslijpen zodat je op deze plek wel een (gedraaide) C/D tot je beschikking hebt. Menig speler heeft dit al gedaan, waardoor je de Hohner Club (als beginner) ook kunt bespelen als een gewoon CF instrument.
In vergelijking met een drierijer hebben de (Hohner) tweeënhalfrijers doorgaans vier bassen minder (acht basknoppen in plaats van 12), waardoor er in de begeleiding minder variatie mogelijk is. In vergelijking met een gewoon CF-instrument heeft de Club wel een extra bas (Een Es-bas op de plek van de Bes in de duw op een gewone CF). Er zijn ook (Club)modellen met twaalf bassen te krijgen. Een tweeënhalfrijer is zwaarder dan een tweerijer, maar weer lichter dan een drierijer. De clubmodellen van Hohner zijn er in verschillende uitvoeringen. In grote lijnen zijn de verschillen twee- en driekorig. De Hohner Club IIB is tweekorig, de Hohner Club IIIM is driekorig en heeft registers. Clubmodellen zijn in het tweedehands circuit niet zo populair, wat de prijs drukt, terwijl ze kwalitatief beter zijn dan de Goudbrand en de Erica.
Nieuw kost een Club IIB tussen de 800 en 900 euro, tweedehands afhankelijk van zijn leeftijd tussen de 300 en 500 euro. Een Club IIIM de luxe kost nieuw rond de 1800 en 2000 euro, tweedehands tussen de 300 en 700 euro afhankelijk van de leeftijd en de staat van het instrument. Onder het kopje Club bladmuziek vind je de toetsenligging van de Hohner Club, al dan niet met gedraaide vijfde toets, en de ligging van de verschillende toonladders.
Conclusie: een conclusie over meerdere stemmingen is niet zo eenvoudig. Bedenk wat voor jou het belangrijkste is. Wil je niet teveel met notenschrift en verschillende vingerzettingen bezig zijn, dan zijn losse instrumenten een goede keus, wil je veel kunnen variëren in zowel de bas als melodie, dan is een drierijer een goede optie, is het vooral belangrijk om in alle toonsoorten te kunnen spelen, dan ben je met een tweeënhalfrijer het beste af.
9. Een instrument kopen. Waar moet je op letten?
Je kunt een instrument nieuw of tweedehands kopen, bij een gespecialiseerde muziekwinkel of via sites als marktplaats en eBay.
Voordeel van kopen in de winkel is de garantie, het kunnen uitproberen en vergelijken van verschillende instrument en een stuk zekerheid. Ook kunnen er makkelijk ter plekke kleine aanpassingen gedaan worden, zoals het inkorten van de basband of het smeren van de knoppen. Soms is er ook de mogelijkheid om het instrument van je keuze eerst te huren en het zo uit te proberen. Ga je over tot koop, dan wordt vaak de betaalde huur afgetrokken van de nieuwprijs.
Wil je een tweedehands instrument bij particulieren kopen, dan zul je zelf de kwaliteit moeten beoordelen. Dat is niet altijd eenvoudig. Er zijn een aantal basiszaken waar je dan op moet letten:
- Als eerste moet je controleren of de trekharmonica goed gestemd is. Vanaf knop drie (gezien vanaf de kin) kun je al duwend en trekkend twee maal een toonladder spelen, zowel op de buiten- als op de binnenrij. Zo kun je redelijk makkelijk horen of het grootste deel van de tongen goed gestemd is. Het laten stemmen van een tweekorig instrument kost rond de 85 euro als alles opnieuw gestemd moet worden. Vaak is dat niet nodig en ligt de prijs van het stemmen een stuk lager.
- Als je wilt dat de vijfde toets gedraaid is, kun je dit controleren door knop vijf op de binnenrij in de duw te spelen en vervolgens knop zeven in de trek. Deze noten moeten dan hetzelfde klinken.
- Controleer of het instrument niet teveel lucht verliest, doordat de balg niet meer helemaal dicht is. Je kunt dit controleren door de trekharmonica aan de basriem vast te houden en de balgriempjes los te maken. Hij moet dan langzaam of bijna niet open zakken.
- Controleer alle basknoppen door ze allemaal om de beurt in te drukken. Voel of ze soepel gaan en luister of ze geen aparte geluiden maken, die erg afwijken van de andere bassen.
- Is het een wat ouder instrument, vraag dan of je het binnenwerk mag zien (de tongen en leertjes). Zo kun je zien of er roest op de tongen zit, waardoor het instrument makkelijker ontstemd raakt. De tongen moeten eruit zien als glad staal en de leertjes (soms nog echt leer, tegenwoordig van plastic) horen strak tegen de metalen plaatjes te zitten.
Een ouder instrument is niet per se een slechter instrument. Trekharmonica’s kunnen onder normale omstandigheden makkelijk dertig jaar mee. Oudere instrumenten kunnen soms wel een andere ‘klankkleur’ hebben. Zo klinken de bassen van oude Hohners veel zwaarder dan die van de nieuwere modellen. Dat kun je mooier vinden of juist niet.
10. De stemming vinden op het instrument.
Soms worden er tweedehands trekharmonica’s aangeboden, maar staat de stemming er niet bij en weet de verkoper die ook niet. De stemming staat eigenlijk altijd wel ergens op het instrument. Soms staat het in hout gedrukt onderop aan de melodiekant, of anders in het leer van de riem aan de baskant.
Ik hoop dat artikel je heeft geholpen bij je keuze en ik wens je
veel succes bij een eventuele koop. En natuurlijk: veel
speelplezier!
Karin Beentjes,
Journalist en enthousiast cursist van Gerard
www.inwoordengevat.nl
Terug naar het artikelen overzicht